woensdag 21 december 2016

Historische onderzoek voor nieuwe roman


Vandaag begonnen met het inlezen voor een nieuwe literair-historische roman. Ditmaal heb ik het Pachtersoproer in 1748 te Amsterdam tot onderwerp genomen. Na een succesvolle Gouden Eeuw, kenmerkt de achttiende eeuw in Nederland zich in de geschiedenis als een eeuw van verval en revoluties. Het Pachtersoproer is er daar een van. Tegelijkertijd kreeg daardoor de stem van het volk meer invloed en werd tijdens de oproeren vaak doorslaggevend. In de zomer van 1748 hing er een revolutionaire sfeer in de stad. In mijn roman volg ik de opstandige Marretje Arents, die bekend werd, of beter gezegd beducht, door haar deelname in de strijd die later bekend zou worden als het Pachtersoproer. In een paar dagen tijd werden o.a. onder haar leiding negentien huizen van pachters en belastingophalers geplunderd. Toen daarbij twee oproerige burgers werden neergeschoten, trok Marretje met een groep omstanders naar het huis van de importmeester en gooide de ruiten in. Marretje werd ook wel het 'limoenwijf' genoemd omdat ze handelde in limoenen, schol en bokking. Zo wordt de marktkoopvrouw 'Mat van de Nieuwendijk' met haar kraam op de Beurssluis bij het Damrak mijn nieuwe hoofdpersoon. Ik volg haar in al haar bewegingen op 17 juni 1748 toen er een klein opstootje ontstond op de Botermarkt (het huidige Rembrandtplein) waar de daar aanwezige vrouwen en jongens klaagden over de geheven accijns op de boter. Uit enkele historische dagverslagen, brieven en ooggetuigenverslagen is duidelijk te lezen dat zij handelde uit woede over de geheven belastingen. Er werd wraak genomen op de accijnsverhogingen! Eerst werd de straat open gebroken en werd er met stenen gegooid, vervolgens liep men de huizen van de pachters af waarbij alles kapot werd geslagen. Kisten met geld en kostbaar porselein werden vanaf de brug in het water gegooid, er vielen drie doden en talloze gewonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten