zaterdag 31 augustus 2019

Spelen met verteltechnieken

      

Sinds kort schrijf ik voor twee uitgeverijen. De historische romans voor Zomer & Keuning en voor Omniboek schrijf ik ook historie, maar op een geheel andere wijze. Schrijf ik voor Z&K fictie, bij Omniboek ligt dat wat anders en schrijf ik, hoewel ook historie, non-fictie. Toch hebben we met elkaar afgesproken dat het geen geschiedenisboek moet worden vol met feitjes en jaartallen, nee het boek moet ondanks de non-fictie heel toegankelijk zijn en lezen als een roman. Voor mij was dat echt een heerlijke uitdaging om er iets moois van te maken. Vanuit mijn professie, studie literatuurwetenschap, is het heerlijk om het geleerde ook in de praktijk te brengen. Heeft die manier van vertellen ook een naam?

Je zou het de narratieve methode kunnen noemen. Daarvoor zijn verschillende schrijftechnieken. Momenteel ligt er bij Omniboek het reeds goedgekeurde manuscript getiteld 'De Freule en de Fürher', over een van de Engelse freules Unity Mitford, het latere liefje van Hitler. Voor het verhaal van Unity, ik blijf maar bij dit voorbeeld, staan er bij de narratieve schrijfmethode mij twee onderdelen ten dienst: het 'suzjet' en de 'fabula'. Het suzjet geeft de lineaire gebeurtenissen  in een verhaal, terwijl de fabula het onderliggende thema aangeeft. Ook wel de rode draad in je verhaal genaamd. Bij de historie gaat het vaak niet om het spannende of interessante, maar meer nog om de betekenis van het vertelde. Hoe die betekenis in je verhaal voor de lezer aantrekkelijk wordt gemaakt is een samenspel tussen fabula en suzjet. Beide speelvelden vormen de bouwstenen van het verhaal. Als schrijver is het de kunst om middels die twee het verhaal zo te construeren dat de lezer daarna, wanneer hij het verhaal aan een ander zou vertellen, juist die dingen naar voren brengt die je als schrijver hebt willen benadrukken.

Toch is die vertel/schrijftechniek ook nog te verfijnen met immersief en emersief vertellen. Immersief wordt veel gebruikt bij fictionele verhalen, terwijl emersief vertellen vaak verwijst naar de werkelijkheid en dus veel gebruikt wordt in non-fictie. Om hier nu handig gebruik van te maken en ook deze technieken te mengen. Wat ik in mijn manuscript van de Freule en de Führer gedaan heb is, de mengtechniek, het immersief-vertellen als een sfeervolle laag over het verhaal gezet. Voor de lezers wordt dan zonder dat deze er erg in heeft, het niet meer bestaande benadrukt door het aan voorstellingskracht een beetje te laten overheersen. Het aardige is dat je, door te spelen in non-fictie met de mengvormen, een verhaal krijgt dat leest als een roman.

Wanneer je daarbij ook nog creatief omgaat met de beschikbare gegevens, de feiten, bijvoorbeeld uit brieven (correspondentie over en weer) dan zijn die heel gemakkelijk om te buigen naar bijvoorbeeld een dialoog, ook zijn er vaststaande gegevens (feiten) die ik heb gebruikt om er gedachten van mijn hoofdpersoon mee aan te geven. Het blijven feiten, maar ik permitteer het me ze als schrijver anders te gebruiken. Door op die manier 'te spelen' met de verteltechnieken en de feitelijke gegevens en geschiedenis, is het mogelijk om alleen al door hier en daar een jaartal te noemen de lezer terug te brengen in de tijd. Wanneer iemand het beroep van drukker uitoefent in 1850 en je aan de hand van een foto/afbeelding schilderij de drukkerij en de te gebruiken attributen beschrijft, steunt de coleur locale en het jaartal 1850 de bewegingen van de te beschrijven persoon. het voorstellingsvermogen van de lezer wordt dan enorm aangesproken. De lezer zal er ook geen enkele moeite mee hebben om de hoofdpersoon in die tijd te plaatsen. Toch blijft het verhaal non-fictie. Ik kan jullie verzekeren dat ik die schrijfwijze, dat spelen met wat tot je beschikking staat als schrijver en wat je wilt bereiken met wat de lezer er van oppikt, een feestje is om aan en mee te werken!   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten