donderdag 30 augustus 2018

Een van mijn hoofdpersonen Frans Naerebout is jarig


Ik kom er niet onderuit om nog een keer aandacht aan Frans Naerebout (De Wolkenkijker) te schenken. Gisteren stierf hij, één dag voor zijn verjaardag, 30 augustus 1748 in Veere en overleden op 29 augustus 1818 in Goes). Vandaag is hij dus jarig en wil ik hem feliciteren. Van harte gefeliciteerd met je verjaardag Frans. Wat leuk dat je nog steeds zoveel positieve reacties teweeg brengt uit alle lagen van de bevolking. Mede door ‘De Wolkenkijker’ is de aandacht niet alleen uit Zeeland, maar ook van ver buiten de Zeeuwse grenzen. Nederland is blij met je, lees maar mee op blog en facebook. Uiteraard feliciteer ik ook jou Sara. Je was een geweldige hoofdpersoon die drie jaar lang, tijdens het schrijven van ‘De Wolkenkijker’ geen seconde uit mijn gedachte was. De komende tijd zul je als krachtige vrouw naast Frans, via ‘De Wolkenkijker’, uit de schaduw van het archief treden en zullen de lezers meebeleven hoe jouw bescheiden leven er naast je echtgenoot Frans vermoedelijk heeft uitgezien!
We vonden trouwens nog een eerbetoon aan jullie prille liefde, het werd in 1826 speciaal voor jullie geschreven door J.L. Nierstrasz jr., overigens is dit maar een klein sprekend gedeelte, want het is een citaat uit een heel boek (op rijm) ter jullie ere geschreven. Uitgeverij Zomer & Keuning vond dit citaat zo mooi, dat zij het voor in het boek heeft geplaatst. Een ereplaatsje, ingeruimd voor jullie grote liefde, romantischer kunnen we het niet maken!
Het kinderspeelgoed is geruimd; de pijl der min
Wipt Saartjes oogen uit, en hem den boezem in
En de echtknoop werd gelegd, die zielen hield omstrengeld;
Geen feesttoon klonk erbij, maar zalig en verengeld,
Hing zij hem aan, en had den welgespierden borst
Reeds liefgehad, eer hij van liefde spreken dorst!

woensdag 29 augustus 2018

Heemkundekring De Bevelanden schenkt aandacht aan overlijden Frans Naerebout


Vandaag is het 200 jaar geleden dat Frans Naerebout te Goes overleed.
Algemeen is het verhaal dat hij de laatste jaren van zijn leven in armoede aan het Goese Sas woonde. In de rubriek Bevelands Heem in de Bevelandse Bode is ook aandacht geweest voor zijn leven. Piet Wiskerke uit Lewedorp schreef daarop als reactie dat Naerebout de laatste jaren in redelijke welstand had geleeft.
"De meest algemeen bekende bewoner uit de begintijd van de kolonisatie van de Wilhelminapolder was ongetwijfeld Frans Naerebout. Deze was, tot het continentaal stelsel alle overzeese handel lam legde, zeeloods geweest te Vlissingen. Beter dan wie ook kende hij de gevaren van de stromen is de behouden thuiskomst en zandbanken in de monding van de Westerschelde en meer dan eens is de behouden thuiskomst van een schip alleen aan zijn navigatiekunst te danken geweest. Zijn bekwaamheid als loods kon slechts door enkele ingewijden ten volle beoordeeld worden, maar zijn optreden als mensenredder werd algemeen bekend in den lande, na zijn eerste grote redding in 1798 toen hij onder uiterst moeilijke omstandigheden 87 mensen redde uit het wrak van de Woestduyn, een koopvaarder van de Vereenigde Oost Indische Compagnie. De Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem beloonde hem hiervoor met haar zilveren medaille en 23 dukaten. Gedichten ja zelfs een toneelstuk, werden aan deze moedige redding gewijd. In latere jaren hebben nog enige honderden schepelingen hun leven aan Naerebout te danken gehad. 's-mensen roem duurt echter kort. Toen de zeehandel geheel stil lag,werd hij zonder meer ontslagen als zeeloods en moest hij maar zien hoe hij zich redde.
In 1808 solliciteerde hij naar de betrekking van lantaarnopsteker bij de zojuist geplaatste vuurbaak op Oost- Beveland, bij de monding van de Zandkreek. Hij werd inderdaad benoemd en kreeg voor dit werk de geringe vergoeding van driehonderd gulden per jaar. Hij moest in de onmiddellijke nabijheid van de vuurbaak wonen in een eenvoudige hut,die te klein en te slecht was om zijn gezin te huisvesten. Zijn vrouw moest daarom in Goes verblijf houden Het honorarium van lantaarnopsteker was uiteraard te gering om een gezin van te onderhouden en hij geraakte aan lager wal. Zo troffen kort na de aanvang van de bedijkingswerken van de Lodewijkspolder, Van den Bosch (dijkgraaf en vertegenwoordiger van de eigenaren van de Lodewijkpolder, de latere Wilhelminapolder) en enige andere leden van de hoofdcommissie hem aan in de herberg van Kokke te Goes.geheel vergeten en in armoede sukkelende. Vanaf dat ogenblik heeft Van ben Bosch alles gedaan om Naerebout te helpen. Hij publiceerde artikeltjes over Naerebout in Zeeuwse en Hollandse couranten en hield een lezing over zijn verdiensten voor het departement Goes van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Hij zorgde er voor dat Naerebout werd aangesteld als bode en opzichter van het dijkbestuur van Lodewijkspolder. Dat hij beheerder werd van de herenkeet en een gedeelte daarvan mocht bewonen. Ook de benoeming van Naerebout tot sluiswachter en havenmeester bij het Sas van Goes en diens benoeming tot Broeder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw mag aan het optreden van van Van den Bosch worden toe geschreven. Stamperius (kinderboekenschrijver en onderwijzer te Wilhelminadorp) die de verdiensten van Naerebout heeft beschreven, doet de waarheid geweld aan, wanneer hij constateert, dat de laatste levensjaren van Naerebout gekenmerkt werden door armoede en gebrek. Dank zij van den Bosch heeft Naerebout een financieel betrekkelijk onbezorgde levensavond gehad en nog vele eerbewijzen en waardering ondervonden. Dat hij tot zijn dood in de vervallen hut op Oost-Beveland moest wonen is blijkens het hierboven meegedeelde, ook niet juist. In zijn laatste gesprekken met Van den Bosch heeft Naerebout hem voor alle hulp zijn dank betuigd. Na zijn overlijden op 29 augustus 1818 werd hij mede op kosten van de sociëteit, plechtig begraven in de Grote Kerk te Goes.

Vandaag precies 200 jaar geleden overleed Frans Naerebout


Vandaag is het precies 200 jaar geleden dat de Zeeuwse loods en mensenredder Frans Naerebout is gestorven, precies één dag voor zijn verjaardag. Op deze collage wat archiefstukken waaronder zijn handschrift, het VOC schip de Woestduijn waarvan hij 87 opvarenden redde. Het is daarom ook dat uitgeverij Zomer & Keuning mijn historische roman 'De Wolkenkijker' heeft uitgegeven. Zelf vind ik het een eerbetoon aan mijn voorvader en ben er trots op dat ik het leven van zijn vrouw Sara uit de schaduw van de geschiedenis heb kunnen halen. Ik heb haar een volwaardige plaats gegeven naast haar beroemde man. Links boven het graf in de Grote Kerk van Goes. Bovenin een foto van een van de laatste huisjes aan het Sas van Goes waar hij op het eind van zijn leven woonde en onderaan zijn standbeeld dat nu van het Bellemypark naar de Boulevard van Vlissingen is verhuisd. Een prachtige eervolle plek voor deze menslievende loods. Of zoals het Zeeuwse volkslied klinkt: 'Dat immer hoog in eere houdt, den onverschrokken Naerebout.'

maandag 27 augustus 2018

Gesigneerd exemplaar De Wolkenkijker


Er liggen hier wat mailtjes van lezers die graag een gesigneerd exemplaar zouden willen hebben van De Wolkenkijker. Nu snap ik dat niet iedereen zomaar op stap kan gaan naar Zeeland, maar er zijn daar wat boekwinkels waar ik geregeld kom en die best willen zorgen voor een gesigneerd exemplaar. Dat zijn de boekhandels De Vries in Zierikzee, Het Paard van Troje in Goes, De Drvkkerij in Middelburg en 't Spui in Vlissingen. Voor wie niet in staat is daar naar toe te gaan, heb ik zelf nog wel wat exemplaren, die tegen de zelfde prijs worden verkocht, maar die uiteraard verzendkosten met zich meebrengen. Daarnaast ben ik op zaterdagmiddag 22 september a.s. in het maritiem MuZeeum te Vlissingen, waar een speciale Naerebout tentoonstelling is. Ik geef daar die middag een lezing. Na afloop is er een signeersessie voor wat betreft De Wolkenkijker. Hopelijk op deze manier een oplossing?

woensdag 22 augustus 2018

Potlood kent net als de pen als overbrenger van het vrije woord zijn waarde


Aan het slot van deze serie columns over het het schrijfgereedschap van een auteur wil ik toch ook nog iets over het potlood kwijt. Hoewel ik mijn romans op de computer schrijf, heb ik een boekje naast me liggen met aantekeningen. Daarin wat mooie zinnen, namen die ik in het verhaal wil gebruiken, hoofdstuk verdelingen en wendingen in het verhaal. In dat boekje schrijf ik nooit met een pen, maar altijd met potlood. Soms ook met verschillende kleuren, naarmate de belangrijkheid van hetgeen ik wil verwerken in mijn manuscript. Het voordeel van een potlood is dat je kunt blijven schrijven, het vlekt niet, haakt niet op het papier en er kan ook makkelijk mee getekend worden. Al in de 17de eeuw werden er potloden gemaakt. Een potlood is niet veel meer dan een in hout verpakte grafietstift. Een potlood is er in verschillende hardheid en kleuren en kent ook veel merken. De oudste beschrijving die ik ben tegen gekomen is van de Zwitserse geleerde Conrad Gesner in 1565. Het gemakkelijke van een potlood is dat wanneer je hiermee een tekst schrijft, deze niet definitief hoeft te zijn. Een vlakgum er over en de tekst is weg. Waren er eerst alleen maar zwarte potloden, later, in 1908, werd het kleurenpotlood geïntroduceerd. Lastig is wel dat de punt van het potlood slijt of breekt, dan moet er met een puntenslijper een nieuwe punt aan worden geslepen. Het potlood is ingeburgerd en iedereen weet over welke associatie een kleur met zich meebrengt, zo is er het stempotlood dat meestal rood is, het timmermanspotlood dat zwart is, maar die ook vaak over een paringspotlood beschikt. Wat dat is? Tweekleurig om afval en op maat gezaagde delen te markeren. Daarnaast is er ook nog het ingeburgerde woord 'potloodventer', wie veronderstelt dat dit een wat ouderwets woord is voor een winkelier die potloden verkoopt heeft van de hedendaagse terminologie niets begrepen. Blijft het feit dat we het kunnen scharen onder de vergelijkingen als bij de pen 'steek de lans' en 'de pen is machtiger dan het zwaard'. Net als de pen kan het potlood iets overbrengen, tekst maar ook cartoons. Zij die steun betuigden aan de vermoorde Charlie Hebdo makers, dragen verschillende boodschappen uit: dat het potlood uiteindelijk de schutter zal verslaan, dat er uit één gebroken potlood twee nieuwe zullen ontstaan, of dat er tegenover ieder geweer vele pennen gesteld worden. Naast de pen heeft dus ook het potlood als gereedschap, als overbrenger van het vrije woord zijn waarde!

De pen onderworpen aan revolutionaire verbeteringen


In de negentiende eeuw werd de Latijnse 'penna', dat zoveel betekent als veer, vervangen voor de stalen pennen. Deze werden gefabriceerd in Engeland. Steeds meer en meer verdrongen zij de veren pen. Men vond er voordelen in, door zijn mindere buigzaamheid gaf de stalen pen een veel mooiere, dunnere en vloeiender lijn. Het handschrift werd er mooier door dan bij de riet - of veren pen. Later ging men dit nog meer verbeteren door de pen een andere vorm te geven, zodat hij 'lekker in de hand' lag. Ook kwam er een pen op de markt die gevuld kon worden met inkt, de zogenoemde vulpen. Wanneer we het nu over een pen hebben dan kan het gaan om een balpen, gelpen, een marker een viltstift met dikke en dunne vullingen, een fineliner en noem het allemaal maar op. Daarnaast zijn er ook pennen met uitwisbare inkt. Het allerlaatste is de digitale pen, deze schrijven met normale inkt maar hebben een voordeel, dat wat geschreven is, kan worden opgeslagen in de computer en worden vertaald naar getypte tekst. Het fenomeen noemt men ook wel ICR of wel Intelligent Character Recognition.

De pen is machtiger dan het zwaard


'De pen is machtiger dan het zwaard' waren de woorden die de Britse romancier en toneelschrijver Edward Bulwer- Lytton in 1839 neerschreef in zijn manuscript van het toneelstuk 'Richelieu'. Een prachtige tekst die zich in rap tempo verspreidde en maar enkele jaren later was het een algemeen gezegde.The Cambridge Dictionary omschrijft de betekenis als: Denken en schrijven hebben meer invloed op mensen en gebeurtenissen dan het gebruik van kracht of geweld. In het Frans heeft het wat mij betreft nog iets mooiers: La plume est forte que l'épée. Bekijk de pen goed dan valt het te begrijpen dat de pen en de woorden die daar uit voort kunnen vloeien als een steek van een lans kunnen worden ervaren. Woorden kunnen harder aankomen dan een klap met een zwaard. Soms ook verwijt men in de literatuur de scherpte van woorden niet aan de pen, maar aan de inkt. Denk maar eens aan de zin: hij doopte zijn pen in vitriool. Vitriool is een verwijzing naar zwavelzuur, naar venijn, naar  kwaadsprekerij. Je pen daarin gedoopt dan haal je iemand met woorden onderuit. Maar de pen kan ook van betekenis zijn in de romantiek, in de liefde, denk aan de liefdesbrief. Liefde is lichaamstaal in het bijzonder, een handgeschreven brief waarbij de woorden als een zoete streling uit de pen vervloeien op het papier. Kortom, de pen is een machtig wapen, een niet te onderschatte gereedschap in oorlog en vrede! 

Monnikenwerk is schrijven zonder dat het wat oplevert


De pen als gereedschap voor het schrijven, is er al in de Middeleeuwen. Wie ken niet de uitdrukking 'monnikenwerk'. De uitdrukking geeft aan dat iets heel veel tijd kost en weinig geld oplevert. De uitdrukking heeft dan ook betrekking op het werk van de monniken die zich voor de boekdrukkunst bezighielden met het overschrijven van boeken om een oplage te vermeerderen. De boeken waren rijk versierd, zoals op de foto rechtsonder in de deze fotocollage te zien is. Men maakte er werk van zoals je kunt zien. Dankzij dit monnikenwerk, tekst en illustraties, zijn wij veel over de oudheid te weten gekomen. Sterker nog, zonder hun werk zou veel kennis van die tijd verloren zijn gegaan. De monniken gebruikte voor het overschrijven van de boeken de ganzenveer en zoals ik al eerder schreef inkt zo dik als geklopte room, want een vlek op het dure perkament zou desastreus zijn, zeg nou zelf....

Schrijven is een vak en voor een vak is gereedschap nodig!



Schrijven is een vak en voor een vak is gereedschap nodig! Hier het symbool van schrijven dat we allemaal wel kennen: de ganzenveer. Hoewel de ganzenveer niet het alleroudste schrijfinstrument is. Rond het jaar 700 was dat namelijk de bamboe- of rietpen. Maar de ganzenveer staat wel voor het hedendaagse romantische gevoel van schrijven bij kaarslicht. Voor de pen werd een slagpen van de gans gebruikt of een andere grote vogel en stamt al uit de Middeleeuwen. De veer was ook niet direct te gebruiken, hij moest schuin worden afgesneden en het merg moest er uit worden verwijderd. Daarna verharde men de pen door hem een poosje in het water te zetten en vervolgens te drogen. Ook met de inkt was wel iets aan de hand. Wanneer men met de veer schreef dan was dat niet met de dunne inkt zoals we die we nu kennen, maar inkt zo dik als opgeklopte room. Kalligraferen zoals de monniken dat deden in de prachtige boeken die zij maakten, kon men zich een ordinaire vlek op het perkament tenslotte niet veroorloven! Later bij de kroontjespen werd de inkt dunner en gebruikte men een inktlap om de pen af te doen en een vloeikussen om het geschrevene te vloeien. Er was ook nog een tussenfase. De veer met een aan de onderkant gemonteerde kroontjespen. Waarschijnlijk om de romantiek van de veer niet direct los te laten.

zondag 19 augustus 2018

De hoofdrol is voor Joy, een prachtige thriller van Marjan v.d. Berg

Ik schrijf deze column naar aanleiding van die van Marjan van den Berg in de Margriet van 16-23 augustus 2018. Waarin haar boek bijna symbolisch van haar boekenplankje rolt op de foto van haar tijdlijn.


Hij was net uit, ik praat nu over 2015, de schitterende thriller 'Joy' van Marjan van den Berg. Het is er een van het kaliber 'die je niet weg kunt leggen'. In een ruk uitgelezen met de snelheid van de HSL (rijdend, niet de aanleg). Te snel, want ik wilde weten hoe het afliep. De dikte, 252 pagina's, maakten het mij daarbij niet gemakkelijk. Weten dat je moet stofzuigen en dan toch nog even paar bladzijden. Een paar werden er steeds meer, maar nog niet uit. Even naar de dokter voor een kleinigheidje, wachtkamer vol, anders daarover de nodige irritaties, maar nu niet. Kwam dat even goed uit. Verder met Joy. 'Wat lees jij, dat je zelfs in de wachtkamer je mond houdt?'
'Joy van Marjan van den Berg. En nou effe stil en niet vragen waar het over gaat. Geen tijd, spannend!'
Belletje van de dokter, jammer!
Daarna in de auto, even nog een paar pagina's. Dan eindelijk 's avonds, heel laat bijna nacht, heb ik hem uit. Kleine oogjes, maar hij is uit en ik weet wat ik weten wil. Verrassend en wat was ie spannend!! Ik besluit hem direct voor een tweede keer te lezen, want heb door de spanning over alle mooie dingen heen gelezen die ik onderweg tegenkwam. Ergens wist ik ze nog, maar in de snelheid naar het plot geen tijd gehad om er van te genieten. Ik ben in die zin een rare lezer! De volgende morgen dus boekenlegger voorin gelegd en opnieuw van start.
Ja en dan wordt het dus echt genieten van de kunstenares Joy die prachtig schildert en toewerkt naar het najaar, dan zal haar werk tentoongesteld worden. Is het omdat ik zelf schilder dat ik de diepere betekenis van de gedetailleerde beschrijving zo goed voel, dat ik de kleuren bijna zie? Geen idee, maar het zijn de juiste woorden, de juiste gevoelens, de juiste penseelstreken, die ze in de prachtigste zinnen op een een vlotte wijze tot mij brengt. Het schilderij, de kleuren de vormen dringen zich aan je op. Het verrassende verhaal over een old boys network ontrolt zich vanuit een meervoudig perspectief in de derde persoon. In haar schilderwerk verschijnen steeds meer figuren, demonen die al mijn zintuigen prikkelen, die staan voor iets uit een angstaanjagend verleden. Vijf mannen die allemaal een stukje van de hoofdrol krijgen toebedeeld, hoewel de vijfde man de scene ontduikt. Joy ziet haar verleden herleven en zweert met de kwast in haar hand vergelding. De schilderkunst symboliseert de ooit geleden geestelijke en lichamelijke pijn. De spanning stijgt en het einde wordt uitgesteld en uitgesteld. Zoals we van Marjan gewend zijn weet ze de aandacht vast te houden en voert ze met oog voor detail de spanning op.

Zo'n boek smaakt naar meer en ik prijs de weg die ze is ingeslagen. Joy, zo geheel anders dan Sanne. Ook mooi, maar anders in een toch zo'n herkenbare stijl, hoe bijzonder is dat?! In mijn agenda zie ik dat we met het Valentijngenootschap een rondleiding krijgen bij NBD Biblion. Marjan heeft zich er ook voor ingeschreven. Ik hoef haar geen uitgebreide mail te sturen om haar te complimenteren. We sjouwen achter de rondleider aan en wanneer hij niet praat, praten wij over haar boek. Voor het eerst dat ik een schrijfster persoonlijk kan vertellen hoe mooi haar zinnen waren en hoe ik heb genoten van de onderliggende gelaagdheid. Met een handdruk feliciteer ik haar met dit bijzonder prachtige boek. 'Marjan de thriller 'Joy' smaakt naar véél en véél meer!' Ze bedankt en zegt dat er zich in haar hoofd al een nieuw verhaal ontwikkeld. Mooi, die belofte maakt schuld en mijn dag vooralsnog heel erg goed!!

En dan de column van Marjan in de laatste Margriet waarin ze schrijft: Twee jaar aan Joy gewerkt en maar gedeeltelijk loon naar werken. Terecht veel sterren, maar niet verkocht. Het stukje is vilein en ze vergelijkt het wieden van haar terras met schrijven. Maar gelukkig doet ze een poging en tikt boven aan het witte vel van haar computer 'Hoofdstuk 1'.

Tsjop, tsjop,  Van den Berg, je had het beloofd, dat wieden van het terras moet maar even wachten!! Er gaat anders waarlijk iets moois verloren!

Jezelf of een ander een mooi cadeautje bezorgen, kijk voor bestellen van de thriller Joy op www.marjanvandenberg.nl

maandag 13 augustus 2018

Een naslagwerk om van te genieten!


Ik heb het wel eens eerder hier geschreven, mijn inspiratie voor een nieuw onderwerp haal ik uit een naslagwerk dat de welluidende naam '1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis' heeft meegekregen, waarvan Els Kloek de samenstelster is en de eindredactie had. Wie kan zich zo iets indenken dat je kunt genieten van een naslagwerk met bijna één miljoen woorden dat leest als een spannend boek over meer dan duizend jaar Nederlandse geschiedenis en dan nog specifiek over de vrouw. Het boek beschrijft de levens van alle mogelijke categorieën vrouwen, abdissen, dievegges, martelaressen, geleerde vrouwen, actrices, toneelspeelsters, avonturiers, schrijfsters, vrouwen in manskleren, weldoensters en jawel gifmengsters om er maar eens een paar te noemen. Meer dan 300 deskundigen beschrijven wie ze waren en wat ze deden, kortom de wapenfeiten van vrouwen! Ik kan jullie wel verklappen, zodra ik een boek of trilogie af heb, ik me er al op verheug om het boek weer door te bladeren op zoek naar een nieuwe hoofdpersoon. Het enige wat ik altijd in gedachte houd wanneer ik fictief haar leven ga beschrijven is: De vrouw verheffen mag niet anders betekenen dan haar heerlijke natuur alzijdig recht te doen, maar niet haar uit haar aard en karakter rukken. Kortom, als auteur dichtbij haar te blijven en haar geschiedenis fictief geen geweld aan te doen. Wie het boek niet wil kopen kan ook kijken op internet onder 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis. Doen, want dit is echt een feestje!

vrijdag 10 augustus 2018

Overname contract boekhandel Houtman is getekend door een goede bekende


Ik wist het al wel een poosje, maar nu is het contract dus getekend. Marjan en Leo hebben een opvolger en Puttershoek behoudt zijn boekhandel. De nieuwe eigenaar is ook nog eens een goede oude bekende, namelijk Arie Hagers met nu zijn vrouw Petra. Als auteurs kennen we Arie van zijn enthousiasme voor de regionale boekenbranche in de Bruna 's-Gravendeel. We misten hem daar al een poosje en daarom spreek ik denk ik namens alle Hoekschewaardse schrijvers uit dat we heel blij zijn dat het echtpaar Hagers daar straks een mooie boekwinkel gaat runnen. Wij wensen Arie en Petra heel veel succes en gezien Aries enthousiasme twijfelen we daar geen moment aan!

woensdag 8 augustus 2018

Lees de achtergrondinformatie mee tijdens het schrijfproces van De Badhoeve


Veel lezers stellen het op prijs om mee te lezen tijdens het schrijfproces. Mede daarom is deze blog opgezet. Nu ik het derde deel van de trilogie De Badhoeve, getiteld 'Een schone getuigenis', aan het schrijven ben, passeer ik de jaren 1865 en 1866. Onmiskenbaar rampjaren voor mens en dier, want na de veepest kreeg de Haarlemmermeerpolder, dan zo'n 10.000 inwoners, ook te maken met een cholera-epidemie. Aan de Ringdijk, waar de meeste arbeiders woonden, vaak onder erbarmelijke omstandigheden, woedde de ziekte het hevigst. Als maatregel liet het gemeentebestuur onder aanvoering van een van mijn hoofdpersonen, burgemeester Jacob Amersfoordt, schuiten schoon drinkwater uit de Vecht en uit de duinen aanvoeren, dat tegen een kleine vergoeding aan ingezetenen werd verstrekt. Amersfoordt liet op zijn landgoed De Badhoeve het manege gebouw, tot dan toe vaak gebruikt als concertzaal voor zijn muzikaal begaafde echtgenote Hermina, ombouwen tot cholerahospitaal. Hoe Jacob en Hermina te werk gingen om de epidemie tot stilstand te brengen, krijgt gestalte in de hoofdstukken waar ik nu mee bezig ben. Zij krijgen hulp uit onverwachte hoek, maar krijgen ook te maken met tegenwerking uit onbenul en het ontduiken van voorschriften door de bevolking. Het maakt het er allemaal niet beter op. Wanneer er dan ook nog gevallen van tyfus voorkomen, sluipt de dood naderbij. Bijna dag en nacht is het echtpaar op het landgoed en in de wijde omtrek aan het werk, soms bijna de hoop opgevend dat er ooit toch ook nog mooie tijden op De Badhoeve zullen aanbreken.

dinsdag 7 augustus 2018

Rampspoed trekt over De Badhoeve, derde deel trilogie


Trilogie De Badhoeve, deel 3, Een schone getuigenis
In het jaar 1865 trekt de rampspoed over De Badhoeve. Malaria, veepest, tyfus en cholera, teisteren het platteland en zeker de vochtige, lagergelegen Haarlemmermeerpolder. Jacob en Hermina doen alles om de ziekten te bestrijden. De manege wordt ingericht als noodhospitaal. Dag en nacht zijn beiden bezig om levens te redden. Kleding en beddengoed worden verbrand en secreten over de sloot worden afgebroken om besmetting te stoppen. Als burgemeester laat Jacob met speciale verordening tijdens de veepest hele kuddes slachten. Dat valt slecht bij de boeren. Zij graven stiekem geslacht vee op en verkopen besmet vlees aan slagers in Amsterdam. Hermina geeft liefdadigheidsconcerten en probeert de nabestaanden een hart onder de riem te steken. Het sterftecijfer op De Badhoeve stijgt en de druk op hen wordt groter. Gaan ze het samen redden?

Boekhandel Marjan Houtman, Lezen & Schrijven gaat stoppen


Boekhandel Marjan Houtman in Puttershoek gaat stoppen. Ik dank Marjan en Leo voor hun jarenlange gastvrijheid en de goede samenwerking met ons als Hoekschewaardse auteurs. Vele keren heb ik daar mijn signeersessies mogen doen en ook tijdens mijn lezingen was Marjan met mijn boeken present! Marjan en Leo, ik wens je ook namens Gerda van Wageningen en alle andere auteurs een mooie en plezierige tijd toe, uiteraard in een goede gezondheid! Dank jullie wel voor alles!!

maandag 6 augustus 2018

Voorbereiding voor de lezing in het maritiem MuZeeum Vlissingen

Het is nog steeds een verschrikkelijk warme zomer, maar volgens de weerberichten gaan we de laatste dagen in. Niet dat ik me deze zomer heb verveeld, maar het waren wel voornamelijk binnenactiviteiten. Veel boeken en tijdschriften gelezen waar ik normaal niet zo aan toekom. Toen dat ook was gebeurd namen bijna als vanzelf mijn schrijversactiviteiten mij weer volledig in beslag. Er staan een aantal zaken op de agenda. Naar aanleiding van de uitgave van de roman De Wolkenkijker, die zich afspeelt in Vlissingen, ben ik uitgenodigd om op de 'Naereboutdag' zaterdag 22 september a.s. in het Maritiem MuZeeum een lezing te geven, voor te lezen uit De Wolkenkijker en voor de eventuele kopers mijn boek te signeren. Tijd dus om daar al eens over na te denken. Waarschijnlijk zal het overgrote deel van mijn toehoorders uit Zeeuwen bestaan. Deze maand, augustus, is het 200 jaar geleden dat de mensenredder, loods en Zeeuwse volksheld Frans Naerebout is overleden. Veel mensen kennen zijn geschiedenis en zijn heldendaden. Ook in het MuZeeum is er het nodige van Frans Naerebout terug te vinden. Daarnaast is er in het verleden een boekje geschreven door Stamperius waarin de avonturen van Naerebout heel chauvinistisch werden opgetekend als echte jongensverhalen. Juist daarom heb ik mijn roman niet gebaseerd op Frans Naerebout, maar op zijn vrouw Sara. De meest sterke mannen kunnen pas gedijen wanneer ze een sterke vrouw achter zich hebben. Maar juist in de geschiedenis telt zij niet mee. Zoals in die tijd veel vrouwen er niet echt toe deden. Om een goed beeld van haar te krijgen, heb ik eerst een calendarium gemaakt van zijn leven en langs die tijdbalk de data, die van haar bekend waren, daar langs gelegd. Dat waren bitter weinig data. Sara's geboortedatum, de trouwdatum, de geboortedata van haar zes kinderen en tenslotte de datum van haar overlijden. Dat zijn de schamele gegevens van haar die de Zeeuwse archieven hebben gehaald. Eigenlijk geeft het alleen maar aan dat ze heeft geleefd. 

Aan mij de eer om daar wat meer inzicht in te geven. Juist door me in Frans Naerebout te verdiepen, kwam mij een beeld van Sara voor ogen. Ik maakte een uitgebreide karakter ontwikkeling van haar op papier. Geboren in Sluis, Zeeuws Vlaanderen, bedacht ik dat haar ouders zich beroepshalve bezighielden met het kantklossen en het repareren en wassen van de Zeeuwse mutsen, die de klederdracht met zich meebracht. Sluis, niet zo heel ver van het Belgische Brugge, was ronduit concurrerend in het vervaardigen van kant. Daarom liet ik haar ouders verhuizen naar Vlissingen waar zij aan de Grote Markt een winkeltje in kant openden. Daar in dat Zeeuwse Vlissingen leerde Sara de jonge garnalenvisser Frans Naerebout kennen. Zo het begin was er! Maar het was nog maar het begin van mijn historisch onderzoek. Hoe zag het Vlissingen van 1747-1818 er uit. Wat speelde er, hoe zag de kleding er uit, eetgewoonten, kerkelijk leven, politiek, het vissersleven en wat de kinderen betreft, waar speelde ze mee, gingen ze naar school. Kortom, een uiterste verdieping in wat wel zo mooi 'de VOC tijd' wordt genoemd. De VOC, een belangrijk gegeven in de Zeeuwse geschiedenis. Zeeland had een vooraanstaande positie op dat gebied. Een Kamer Zeeland van deze compagnie en veel rijkdom dat zich uitte in prachtige woningen en veel pakhuizen vooral in Middelburg, maar ook in Vlissingen en Veere.

Hoe is het om, in tijden dat er enorme zeeoorlogen werden gevoerd, loods te zijn en daaruit voortvloeiend mensenredder. Er waren tijden dat Frans aan boord ging en door de oorloghandelingen niet kon overstappen op een ander schip. Er zat dan niets anders op dan mee te varen. Zo kwam hij op een keer terecht op Kaap de Goede hoop in Zuid-Afrika. Uiteraard in die tijd geen mobieltje en de mededeling: Sara zet de aardappelen maar laag want Frans komt voorlopige even niet thuis. Op zo'n moment werd er alles van Sara verwacht. Uiteindelijk een gezin van zes eigen kinderen, haar oude schoonvader Mattheus Naerebout in huis en later toen haar schoonzusje, de vrouw van Jacob Naerebout, stierf ook nog haar drie kinderen te verzorgen kreeg. Ga er maar aan staan, wat doe je dan? Hoe was het inkomen geregeld? Daarbij de bijna dodelijke ongerustheid van de echtgnote van een zeeman, want het niet weten waar je man is, moet wurgend zijn geweest. Verdronken op ruwe zee, gevangen genomen tijdens de oorlogshandelingen, of in zoals in dit geval in een ver buitenland waar men zelfs niet weet waar het ligt. In mijn boek staat het karakter van Sara ergens voor en deed dat op haar manier. Geen overdreven hoofdrol, maar een rol die bij haar past als eenvoudige vrouw, oplossingsgericht, sterk, maar ook haar vaak zwakke kanten, want wie heeft ze niet. Hoe was haar huwelijk met de weinig overleggende binnenvetter Naerebout, die weinig vertelde, maar des te meer deed. Zijn daden zijn bekend. Hoe heeft zij zich gevoeld wanneer Frans en zijn mannen door de heren van de Kamer Zeeland gouden bergen werd beloofd wanneer hij vooral de (rijke)lading van de schepen wist te redden en uiteindelijk een schamel bedrag kreeg. Hoe keek ze aan tegen de veel te goedige Frans, die er alleen op uit was om mensen te redden en om de overzeese rijkdom niet veel gaf. Ik heb geprobeerd aan de hand van allerlei gebeurtenissen van dit huwelijk een beeld te geven tegen de achtergrond van die 18de eeuw.
  Ik hoop dat me dat, in de ogen van de lezers is gelukt. Dat zij een mens van vlees en bloed is geworden, die de archieven met haar daden dan weliswaar niet haalde, maar die nu in De Wolkenkijker tot in lengte van jaren bestaansrecht heeft gekregen.