maandag 17 juli 2017

Het brein in z'n vrij!


Column Marja Visscher

                            Het brein in zijn vrij


In deze maanden vraagt iedereen aan me: ‘En, fijne vakantie gehad?’ Want velen gaan ervan uit dat als je geen vakantie hebt gehad waarschijnlijk na deze maand het leven stil staat. Nu ga ik nooit op vakantie en dat heeft een oorzaak: je wordt er zo moe van. Nou hoef ik dat niet nogmaals te zeggen, dat ik niet graag moe word, bedoel ik, want u kent mij zo onderhand wel. Iedereen die op vakantie is geweest zal het beamen. Vakantie is vermoeiend en aangezien ik het hele jaar hard werk, wil ik ook nog eens niet op vakantie. Nu hoor ik u al zeggen: ‘Dat kan toch niet, je kunt toch niet altijd maar doorgaan? Ja hoor, dat kan wel. Ik wil het ook wel uitleggen hoe ik niet aan vakantie doe en toch ontspan. Het is eigenlijk héél gemakkelijk. Tussen twee deadlines door gooi ik gewoon mijn brein in zijn vrij. Niet te verwarren met het middagslaapje van meneer Visscher na de lunch, want dat is volgens mij het in een stiefkwartiertje ondertunnelen van het dagelijks leven. Je hoofd valt naar voren, je nek krijgt een oplawaai en je bent weer bovengronds zonder dat je er ook maar één herinnering aan overhoudt. Er zijn mensen die er bang voor zijn om hun brein in z’n vrij te gooien. Mijn moeder bijvoorbeeld, speelde tot op hoge leeftijd om het brein niet voor goed in z’n vrij te zetten breinkrakers die ze met enige gulzigheid consumeerde voor het te laat was. Vier poppetjes op een rijtje met de vraag waarin de mannetjes verschillen. Waarbij er ook nog eens een tijd staat waarbinnen je antwoord dient te geven. Ja, dat is in de bovenkamer schakelen van z’n één naar z’n vier. Hebben alle mannetjes de scheiding in het haar rechts…? Nog één minuut…. De hersenen staan in de hoogste versnelling … aha… nu wordt het duidelijk … één mannetje bijt nagels. Wie verzint het?! Maar de overwinning om het binnen de tijd te hebben opgelost, geeft net zoveel reuring in de hersenen als een week vakantiestress.

Nee, dan ik. Toen ik nog op school zat, deed ik het al, namelijk ‘dagdromen’. Dat zijn telkens weer unieke experimenten, waarbij het brein met niksen een actief privé-leven leidt. Let wel: actief, met niks hè. Met dagdromen verbruikt het brein in zijn vrij evenveel zuurstof als het oplossen van een breinkraker en dus als een week vakantie. Wie het zich heeft aangeleerd om actief te zijn met niks, is een gelukkig mens. Maar je moet het kunnen…en ik kan dat. Nu wil je natuurlijk weten wat mijn brein zoal uitspookt tijdens dat niks doen. Welnu, per hoge uitzondering zal ik dan nu iets openbaren over het privé-leven dat mijn brein in ruststand zoal uitvoert. Wanneer ik niets te doen heb, zijn mijn hersendelen constant met elkaar in goed gesprek. Ze kletsen onophoudelijk en geven mij de mooiste beelden, wat in de volksmond doorgaat voor ‘dagdromen’. Wanneer er een ‘taak’ voorbij komt, iemand vraagt bijvoorbeeld iets terwijl ik zit te niksen, dan zijn de hersendelen direct stil, het dagdromen is over en mijn brein gaat in de eerste versnelling om een antwoord te verzinnen. Door in de vakantie nu naar mijn brein in ruste te kijken, wordt er een rijke binnenwereld van privé-momenten blootgelegd. Het onbereikbare wordt bereikbaar. Schrijf ik die dagdromen later dan weer op, dan heet dat het schrijven van een historische roman. Soms raast mijn brein in zijn hoogste versnelling om bijvoorbeeld deze column in elkaar te knutselen. Je volgt het toch allemaal nog wel, hè? Gewoon het brein even in de hoogste versnelling graag. Ja, het is een moeilijke deze keer. Laat ik het zo zeggen: je bent, door deze column te willen doorgronden, terug van vakantie en direct aan het werk, terwijl ik hem lekker met niksen in mijn luie stoel heb zitten dagdromen. Tja, lanterfanten heeft wel wat, maar nogmaals: je moet het kunnen en werkelijk ik kan het!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten