vrijdag 8 december 2017

Donkere dagen voor Kerst met kleine voorbereiding


Kerst! Uitnodigingen uit onverwachte hoek en etentjes met waanzinnig veel gangen. Ik heb niet zoveel op met deze verwennerij. Nu heb ik een vriendin die mijn wensen op dat gebied gewoon negeert, sterker nog, mij het gehele jaar betrekt in de voorbereidingen van een kerstdiner, tafelschikking, tafelversiering, uitbundig bestek, messenleggers, kaarsenkandelaars, tafellakens, vingerdoekjes, de uitnodigingen en alles wat er allemaal nog meer bij zo’n ‘kerstprakkie’ komt kijken. Wij struinen daarvoor het hele jaar door alle antiekmarkten af, waarbij mijn blik op totaal andere dingen zijn gefocust dan die van haar. Onderweg begint het al. ‘Let je ook een beetje op of je messenleggers ontdekt. Het liefst van kristal, want mijn kandelaars zijn al zilver en de servetringen eveneens. Dan is kristal toch net iets beter, toch?’ Onze vriendschap gaat al jaren heel ver omdat ik alleen maar knik. Dat doe ik dan nu ook, veel knikken bedoel ik. We lopen op de antiekmarkt aan het Lange Voorhout in Den Haag. Oud sjiek is er in de uitverkoop en mijn vriendin raakt helemaal op drift. ‘Enig, die zilveren kaarthoudertjes. Heeft u ook het etui erbij? Oh, geweldig koninklijk, twee etuis, het zijn twee setjes van 12 stuks. Geweldig! Weet u, dat is het moeilijkste wat er is, de tafelschikking. Wie zet je nu naast wie?’ Ze kletst maar raak, terwijl ze het kaarthoudertje langs haar kleding een poetsbeurt geeft, waarop het al pratende glimt als een zonnetje. ‘Dat meent u niet, dat is een prijs voor echt zilver, dit is geen zilver, nee echt dit is geen zilver, dat maakt u mij niet wijs. Wat denk jij, is dit zilver?’ Automatisch knik ik. ‘Tjemig, zij denkt ook dat het zilver is. Kan er toch niet iets van af? Op deze manier wordt het wel een duur plaatsje aan mijn dis.’ De man bukt zich in de kofferbak van zijn auto, die achter de kraam staat en haalt een enorme cassette tevoorschijn met drie laden. Mijn vriendin ligt bijna in zwijm. Zilveren bestek en nog een beetje gelig ook. Gedver, de gedver… dat wordt poetsen. Als ze nu mijn mening vraagt, geloof ik niet dat ik aan het knikken sla. Maar ze vraagt helemaal niets. Ze onderhandelt en onderhandelt, bekijkt zilvermerkjes, ontdekt een leeg plekje in de cassette. Strijkt over haar hart voor wat het gemiste vleesvorkje betreft en geeft tenslotte een vermogen uit aan de kaarthoudertjes en de cassette met het zilveren bestek. Even later stuitert ze van puur genoegen over zo’n aankoop naar de auto. Nog geen uur verder zit ik aan haar enorme keukentafel en samen poetsen we messen, vorken, lepels en nog meer messen, vorken en lepels….

Dan eindelijk is het etentje daar. Hoewel ze zeer lang heeft gefilosofeerd over de tafelschikking, heb ik naast me een oude, dove man. Dat heb ik weer! Een man die in zijn eentje heel onderhoudend is, maar waarbij er van mij weer als vanouds verwacht wordt dat ik alleen maar knik. Schuin tegenover mij zit een fraaie heer. Goed gekapt, kleine snor, iets grijs aan de slapen en een aftershave die met golven mijn slijmvliezen prikkelt, eentje waar vrouwen in tv reclames helemaal bijterig van worden. Voor zijn omgeving geen aandacht, maar des te meer voor de zilveren bestekjes van mijn vriendin. Terwijl ik weer dapper knik op het verhaal van mijn tafelheer, zie ik plotseling tot mijn verbijstering dat het bestek aan de overkant in zijn binnenzak verdwijnt. Ik sta versteld. Wat nu…. Dat spul heeft een vermogen gekost…om over dat waanzinnige gepoets nog maar te zwijgen. Maar, besef ik tegelijkertijd, hier wordt iets van de jarenlange vriendschapsband verlangd! Ik sta dan ook op, tik met een deel van mijn zilveren couvert tegen het kristal en vraag om een ogenblikje stilte. Vriendelijk maak ik mijn vriendin een complimentje over de prachtige wijze waarop de tafel is ‘aangekleed’, want in zo’n situatie ‘dek’ je hem niet, maar kleed je hem aan, dit in tegenstelling tot…. Hi,hi, nee, dat is een ander onderwerp! Dan wijs ik het gezelschap op het prachtige zilver, en zeg tegelijkertijd dat zilver altijd een geweldige aantrekkingskracht heeft op vingervlugheid. ‘Kijk maar’, zeg ik en stop mijn zilveren bestekje vliegensvlug in mijn tas. Het gezelschap gniffelt wanneer ik om de tafel heen loop. Achter de stoel van de stelende ‘spetter’ blijf ik staan en vraag: ‘Mag ik?’ Nu is het zijn beurt om woordeloos te knikken. Mijn hand glijdt heel zwoel tussen zijn gesoigneerde colbert en hagelwit overhemd en ik tover het zilveren bestekje vanuit zijn binnenzak tevoorschijn. De aftershave vermengt zich met een penetrante zweetlucht. ‘Ta, ta!’ Ik hou het bestekje glorieus omhoog. Een daverend applaus is mijn deel… Ik voel me de Youri Keller van de lage landen, maar dan effe anders. Wauw, mijn kerstdiner kan niet meer stuk, maar dat snapt u natuurlijk wel!  

1 opmerking: