Kerst! Uitnodigingen uit
onverwachte hoek en etentjes met waanzinnig veel gangen. Ik heb niet zoveel op met
deze verwennerij. Nu heb ik een vriendin die mijn wensen op dat gebied gewoon
negeert, sterker nog, mij het gehele jaar betrekt in de voorbereidingen van een
kerstdiner, tafelschikking, tafelversiering, uitbundig bestek, messenleggers,
kaarsenkandelaars, tafellakens, vingerdoekjes, de uitnodigingen en alles wat er
allemaal nog meer bij zo’n ‘kerstprakkie’ komt kijken. Wij struinen daarvoor
het hele jaar door alle antiekmarkten af, waarbij mijn blik op totaal andere
dingen zijn gefocust dan die van haar. Onderweg begint het al. ‘Let je ook een
beetje op of je messenleggers ontdekt. Het liefst van kristal, want mijn
kandelaars zijn al zilver en de servetringen eveneens. Dan is kristal toch net
iets beter, toch?’ Onze vriendschap gaat al jaren heel ver omdat ik alleen maar
knik. Dat doe ik dan nu ook, veel knikken bedoel ik. We lopen op de antiekmarkt
aan het Lange Voorhout in Den Haag. Oud sjiek is er in de uitverkoop en mijn
vriendin raakt helemaal op drift. ‘Enig, die zilveren kaarthoudertjes. Heeft u
ook het etui erbij? Oh, geweldig koninklijk, twee etuis, het zijn twee setjes
van 12 stuks. Geweldig! Weet u, dat is het moeilijkste wat er is, de
tafelschikking. Wie zet je nu naast wie?’ Ze kletst maar raak, terwijl ze het
kaarthoudertje langs haar kleding een poetsbeurt geeft, waarop het al pratende
glimt als een zonnetje. ‘Dat meent u niet, dat is een prijs voor echt zilver,
dit is geen zilver, nee echt dit is geen zilver, dat maakt u mij niet wijs. Wat
denk jij, is dit zilver?’ Automatisch knik ik. ‘Tjemig, zij denkt ook dat het
zilver is. Kan er toch niet iets van af? Op deze manier wordt het wel een duur
plaatsje aan mijn dis.’ De man bukt zich in de kofferbak van zijn auto, die
achter de kraam staat en haalt een enorme cassette tevoorschijn met drie laden.
Mijn vriendin ligt bijna in zwijm. Zilveren bestek en nog een beetje gelig ook.
Gedver, de gedver… dat wordt poetsen. Als ze nu mijn mening vraagt, geloof ik
niet dat ik aan het knikken sla. Maar ze vraagt helemaal niets. Ze onderhandelt
en onderhandelt, bekijkt zilvermerkjes, ontdekt een leeg plekje in de cassette.
Strijkt over haar hart voor wat het gemiste vleesvorkje betreft en geeft
tenslotte een vermogen uit aan de kaarthoudertjes en de cassette met het
zilveren bestek. Even later stuitert ze van puur genoegen over zo’n aankoop
naar de auto. Nog geen uur verder zit ik aan haar enorme keukentafel en samen
poetsen we messen, vorken, lepels en nog meer messen, vorken en lepels….
Dan eindelijk is het etentje daar.
Hoewel ze zeer lang heeft gefilosofeerd over de tafelschikking, heb ik naast me
een oude, dove man. Dat heb ik weer! Een man die in zijn eentje heel
onderhoudend is, maar waarbij er van mij weer als vanouds verwacht wordt dat ik
alleen maar knik. Schuin tegenover mij zit een fraaie heer. Goed gekapt, kleine
snor, iets grijs aan de slapen en een aftershave die met golven mijn slijmvliezen
prikkelt, eentje waar vrouwen in tv reclames helemaal bijterig van worden. Voor
zijn omgeving geen aandacht, maar des te meer voor de zilveren bestekjes van
mijn vriendin. Terwijl ik weer dapper knik op het verhaal van mijn tafelheer,
zie ik plotseling tot mijn verbijstering dat het bestek aan de overkant in zijn
binnenzak verdwijnt. Ik sta versteld. Wat nu…. Dat spul heeft een vermogen gekost…om
over dat waanzinnige gepoets nog maar te zwijgen. Maar, besef ik tegelijkertijd,
hier wordt iets van de jarenlange vriendschapsband verlangd! Ik sta dan ook op,
tik met een deel van mijn zilveren couvert tegen het kristal en vraag om een
ogenblikje stilte. Vriendelijk maak ik mijn vriendin een complimentje over de
prachtige wijze waarop de tafel is ‘aangekleed’, want in zo’n situatie ‘dek’ je
hem niet, maar kleed je hem aan, dit in tegenstelling tot…. Hi,hi, nee, dat is een
ander onderwerp! Dan wijs ik het gezelschap op het prachtige zilver, en zeg
tegelijkertijd dat zilver altijd een geweldige aantrekkingskracht heeft op
vingervlugheid. ‘Kijk maar’, zeg ik en stop mijn zilveren bestekje vliegensvlug
in mijn tas. Het gezelschap gniffelt wanneer ik om de tafel heen loop. Achter
de stoel van de stelende ‘spetter’ blijf ik staan en vraag: ‘Mag ik?’ Nu is het
zijn beurt om woordeloos te knikken. Mijn hand glijdt heel zwoel tussen zijn
gesoigneerde colbert en hagelwit overhemd en ik tover het zilveren bestekje vanuit
zijn binnenzak tevoorschijn. De aftershave vermengt zich met een penetrante
zweetlucht. ‘Ta, ta!’ Ik hou het bestekje glorieus omhoog. Een daverend applaus
is mijn deel… Ik voel me de Youri Keller van de lage landen, maar dan effe anders.
Wauw, mijn kerstdiner kan niet meer stuk, maar dat snapt u natuurlijk wel!
kostelijk geschreven!!
BeantwoordenVerwijderen