zaterdag 1 december 2018

De erfenis op De Badhoeve


Momenteel schrijf ik aan het derde deel van de trilogie 'De Badhoeve'. Een wat donkere periode omdat rond 1865-1866 tyfus, cholera, maar ook pokken de omgeving van Haarlemmermeer teisterde. En of dit allemaal al niet genoeg zorgen met zich meebracht, was daar ook nog de veepest. Naast een donkere periode ook wel weer een boeiende periode om over te schrijven. Op het landgoed De Badhoeve werd de manege, die door Hermina ook gebruikt werd om er concerten te geven, omgetoverd tot een noodhospitaal. Maar uiteraard ga ik nu niet teveel van mijn derde deel 'weggeven'. Tijdens de lezing die ik gaf in galerie ARTcetera in Badhoevedorp op uitnodiging van Tanja Kronenberg, kwamen ook de rijkdom en erfenis van mr. J.P. Amersfoort voorbij. 'Waar deed hij het allemaal van?' was toen de vraag. Maar dat zal ook tijdens zijn leven wel een veel gestelde vraag zijn geweest. Rijke ouders? Veeleer een goed zakenman, die zijn geld stopte in aandelen. Maar vergeet niet zijn tot over de landsgrenzen bekende boerderij. Deze zal best het nodige hebben opgebracht aan omzet. Zoals o.a. de prachtige melkerij waar de kazen naar Nederlands Indiƫ werden uitgevoerd.
Natuurlijk werden er grote uitgaven gedaan zoals o.a. de stoomploeg die hij uit Engeland liet komen. Toch is het aardig te weten dat hij nog steeds heel rijk was toen hij stierf en in zijn testament zelfs zijn personeel rijkelijk bedacht. Jacob Amersfoordt overleed 1 februari 1885. Alleen al aan zijn vrouw laat hij 270.000,- gulden in contanten na, een bedrag dat nu ongeveer iets meer dan een miljoen euro zou zijn. Dan waren er nog familieleden die 260.000 gulden erfden en vervolgens, en dat is heel opmerkelijk, ook geld bedragen aan zijn personeel. Ik noem er een paar, want het is een lange lijst van veel personeel: Voor elk jaar dat ze op De Badhoeve gewerkt hadden, kreeg zijn opzichter Willem van Leeuwen jaarlijks f.1.500,-. De anderen zoals de werkmeid en de keukenmeid f.50,-; de koetsier de somma van f.100,- evenals de palfrenier. De timmerman, ijzerwerker, de koeboer, de tuinman elk f.50,- en elke boerenarbeider of arbeidster die in zijn loonboek voorkwam op de dag van zijn overlijden kreeg f.10,- 'uit te betalen op de dag mijner begrafenis'. Nu moet er wel bijgezegd worden dat zijn vrouw Hermina de langstlevende was. Het zou dus leuk zijn wanneer we ook zouden weten of zij alle genoemden in haar testament heeft overgenomen.
Het eerste deel van de trilogie De Badhoeve getiteld 'Lied van wind en water' verschijnt mei 2019 bij Zomer & Keuning en zal worden gepresenteerd bij Boekhandel Jaspers in Badhoevendorp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten