dinsdag 15 januari 2019

Toejuichers en uitfluiters


Aan het begin van de negentiende eeuw leerden veel toneelspelers hun vak in de praktijk. De getalenteerde onder hen debuteerde in het theater waarbij het aanwezige publiek mocht meebepalen of de speler een ‘blijvertje’ was. Zij mochten klappen, uitfluiten en toejuichen. Soms zaten er ‘claqueurs’ onder het publiek in de zaal, gehuurde toejuichers of uitfluiters. Later in de eeuw klonken er stemmen die het leren in de praktijk niet op deze manier zagen zitten. Langzaamaan werd er gekozen voor scholing. Men zag het toneel niet meer alleen als vermaak, maar ook als een opvoeding in kunst en cultuur. Men onderkende dat talent aangeboren is en niet aangeleerd moest worden en er werden dan ook toelatingseisen gesteld. Ook wat de toneelkleding betreft is er een hele verandering doorgemaakt. In de achttiende eeuw, maar ook nog in de negentiende was de kleding een behoorlijke kostenpost dat het gezelschap, waarbij de acteur zich had aangesloten, niet altijd kon betalen. Er werd dan vaak gekeken naar de speler zelf. Om dit te bekostigen, vaak voor meerdere verschillende rollen per jaar werd een mecenas aangesteld, die graag wat terugzag voor het geld dat hij er in stak. Sommige vrouwen deelden als tegenprestatie vaak het bed met hun weldoener om er financieel uit te komen. Eind achttiende eeuw begin negentiende eeuw vond men de kleding nog niet zo heel belangrijk. Later veranderde dit en werd men modebewust, maar keek men ook naar kleding die bij de rol paste en de tijd waarin het stuk speelde. Het theater werd meer en meer als een bedrijf gezien, met toegangsprijzen en abonnementen. Dit kwam ook in de kleding tot uiting niet alleen bij dat van het publiek, maar ook op het toneel zelf. Op de adem van de tijd speelt in de achttiende eeuw en beschrijft het korte leven van Suzanne Nannette Sablairolles. Hoewel ik nu door de grote hoeveelheid historische gegevens nog niet kan overzien hoe ik de roman ga opzetten, denk ik er aan om de laatste vier dagen van haar leven te beschrijven. Suzanne werd maar 38 jaar, vier dagen hebben vier keer vierentwintig uur. En van een roman mag verwacht worden dat het tenminste de 70.000 woorden haalt. Is dit een verhouding die elkaar verdraagt? Steeds meer en meer wordt mij duidelijk over haar karakter en het leven dat zij leidt samen met haar tegenspeler en levenspartner Pierre Morin. Welke rol speelt zij in haar persoonlijke leven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten